zondag 17 augustus 2008

Intermezzo – Jachthut (1)

Wat zou ik graag een top 5 van Horster jachthutten samenstellen! Maar helaas, ik kom niet verder dan één exemplaar. Dit is met enige moeite zichtbaar vanaf de Dorperpeelweg en staat langs de spoorlijn Venlo-Eindhoven. Vanmiddag heb ik er foto’s van gemaakt. Na alle voor- en nadelen tegen elkaar te hebben afgewogen, was ik tot de conclusie gekomen dat ik de hut het beste kon benaderen door vanaf de spoorwegovergang over de Midden Peelweg langs het beekje dat evenwijdig loopt aan het spoor te wandelen. Ik had de keuze tussen de linker- dan wel rechteroever. Zonder veel nadenken gaf ik de voorkeur aan de tweede optie. De praktijk wijst uit dat ik in dit soort gevallen meestal de verkeerde keuze maak, maar nadat ik een kwartiertje over een nagenoeg onbegaanbaar paadje had geploeterd, zag ik tot mijn onuitsprekelijke geluk in de verte de jachthut opdoemen aan míjn kant van de beek!Het bleek te gaan om een houten jachthut, die ik intussen heb aangemeld bij de website over Nederlandse jachthutten. Hoewel ik onderaan de trap dit verbodsbordje aantrof, besloot ik desondanks naar boven te klimmen. Ik had die lange wandeling toch niet voor niets gemaakt? Bovendien was er in de wijde omtrek geen levend wezen te bekennen dat me zou kunnen betrappen. Maar al na twee treden maakte ik een einde aan mijn klimavontuur: de trap bleek wel heel erg bouwvallig en zou ik ten val komen dan zou het feit dat er in de wijde omtrek geen levend wezen te bekennen was ineens van een voordeel in een levensgroot nadeel omslaan. Misschien maar goed ook dat ik niet verder ben geklommen. Stel dat ik het wel had gedaan en ik ooit nog eens Tweede Kamerlid zou worden en het nodig zou vinden een autobiografie te schrijven, dan zou ik deze illegale activiteit natuurlijk niet onvermeld mogen laten. De ervaring leert dat dat me dan wel eens de kop zou kunnen kosten. Ik zie de krantenkop al voor me: ‘Gestruikeld over een jachthut.’
(Overigens zou ik in die autobiografie dan ook moeten vermelden dat ik ooit, één keer, in aanraking ben geweest met de politie. Dat gebeurde toen ik een jaar of vier was. Ik was een angstig, bang jongetje. Een schijtlaars zogezegd. Mijn ouders keken dan ook vreemd op toen ik op een dag plotseling in een langs de Gebroeders Van Doornelaan staand boompje klom.Ze stonden ervan versteld dat ik dat zomaar durfde en moedigden me zelfs nog een beetje aan. Totdat ineens een stem uit een megafoon klonk: ‘WIL DAT JONGETJE ZICH ONMIDDELLIJK UIT DIE BOOM VERWIJDEREN??!!’ De politie! Slechts met de grootst mogelijke moeite hebben mijn ouders toen weten te voorkomen dat de agenten me geboeid afvoerden en voor verhoor meenamen naar het politiebureau. U begrijpt dat ik hierna nooit meer in een boom ben geklommen.
N.B. Met de hand op mijn hart: alleen de voorlaatste zin is fictie.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten