maandag 29 maart 2010

Top 5 – Vroegtijdig ontmaskerde Horster 1 aprilgrappen

Wat betreft 1 aprilgrappen gaat mijn voorkeur nog altijd uit naar grappen in de categorie ‘misschien flauw maar altijd doeltreffend’. Toppers in dit genre zijn ‘Je veter zit los’ of ‘Er zit een gat in je trui’. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ik met mijn voorkeur een met uitsterven bedreigde minderheid ben. Van 1 aprilgrappen wordt steeds meer werk gemaakt. De vooraankondigingen lijken ook jaarlijks talrijker te worden en eerder te beginnen – tegenwoordig ben ik al vanaf half maart permanent op mijn hoede. Positief gevolg van deze ontwikkelingen: de groeiende kans om een 1 aprilgrap al vóór 1 april als 1 aprilgrap te ontmaskeren. Dit jaar is het zelfs een fluitje van een cent om een top 5 samen te stellen van vroegtijdig ontmaskerde Horster 1 aprilgrappen:

5. Wethouder Litjens zou worden gedegradeerd tot provinciaal ambtenaar:In feite een 1 aprilgrap met potentie, maar weggestopt in een stukje over de ruimte voor ruimteregeling op een binnenpagina van Hallo Horst aan de Maas zal slechts weinig lezers deze zogenaamde onthulling zijn opgevallen.

4. De Rabobank zou alleen nog kredieten voor megakassen verlenen aan tuinders als ze een goed verhaal hebben. Ik geef toe dat ik er bijna in was getrapt. Maar bij nader inzien is het natuurlijk onzin: eerst Californië volplempen met megakassen en je pas daarna afvragen of je je met megakassen wel op de juiste weg bevindt.

3. Het college van burgemeester en wethouders zou onlangs hebben besloten de aanleg van een fietspad tussen Broekhuizen en Melderslo op te schorten.Klinkt op het eerste gezicht eveneens best geloofwaardig. Maar als het werkelijk zo was, zou de voormalig voorzitter van de dorpsraad Broekhuizen-Broekhuizenvorst die intussen namens Essentie in de gemeenteraad zit en die altijd een groot ijveraar voor aanleg van het fietspad is geweest, toch al lang in opstand zijn gekomen?

2. Kasteel Huys ter Horst zou worden herbouwd. Duidelijk geval van te vroeg pieken. Ger Driessen twitterde er op 11 maart al over. Te vet aangezet ook met die schijnruzie tussen dezelfde Ger Driessen en Jos Jenniskens in De Echo van Horst van 18 maart. Uiteraard wel knap van de bedenkers dat ze zoveel lokale prominenten voor hun karretje wisten te spannen.

1. De reflecterende schommels in het speeltuintje van Op de Vlis zouden worden verplaatst. Over lange voorbereidingstijd gesproken: al in september van het afgelopen jaar verschenen in de media berichten over bewoners van Op de Vlis die zich stoorden aan de slagschaduw en reflectie in hun woonkamer en achtertuin van een tegenover hun woning staande schommel. De schommel verdween, maar keerde enkele weken geleden weer terug. Afgelopen donderdag berichtte De Echo van Horst dat de schommel en de glijbaan van het speeltuintje ‘volgende week’ van plaats zouden ruilen. Doorzichtiger kan niet.

Intermezzo – Peter Janssen

Ik kan er niet omheen: in een grijs verleden heb ik voor VVV gevoetbald. Een speler van het kaliber Honda was ik niet bepaald: verder dan twee kortstondige invalbeurten bracht ik het niet. Aan m’n VVV-tijd hield ik onder meer drie trainingsshirts over. Afgedankte eerste-elftalshirts waren het eigenlijk. Alle drie met korte mouwen. Twee rood, één geel met zwart. Merk Puma. Nog shirtreclameloos (kunt u nagaan over welke tijd we het hebben). De twee rode shirts, waarvan ik me altijd voorstelde dat Willy Bothmer er nog in had gelopen, deden me weinig en ik droeg ze op – in nauwe samenwerking met m’n vader overigens: Het gele shirt (met een zwart rugnummer 3 – zou het ooit aan Heinz Mostert hebben toebehoord?) vond ik te mooi om te laten verslijten. Dus lag het eeuwen ongebruikt in de kast. Totdat ik enkele jaren geleden een brief kreeg van Peter Janssen. Een plaatsgenoot nota bene, verzamelaar van VVV-shirts. Of ik misschien nog shirts had overgehouden aan mijn VVV-tijd. En zo ja of ik dan misschien genegen was ze aan hem te verkopen.
De rode shirts hadden intussen zelfs als poetsdoeken afgedaan. Maar het gele? Daar was ik toch wel aan gehecht. Hoewel ik er zelf geen wedstrijd in gespeeld had. Hoewel het al jaren onder op de stapel helemaal achterin de kast lag.
Om een lang verhaal kort te maken: ik schonk het shirt aan Peter. Onder twee voorwaarden: 1. dat hij het de behandeling gaf die het verdiende; 2. dat ik zijn verzameling mocht komen bewonderen. Bij mijn bezoek werd me meteen duidelijk dat die eerste voorwaarde volstrekt overbodig was: uit alles sprak de liefde, de zorg en de toewijding van de ware verzamelaar. Keurig gestreken en gewassen hing daar op kleerhangers een indrukwekkende collectie VVV-shirts, bewaard onder de juiste klimatologische omstandigheden. Een walhalla voor de VVV-nostalgicus. Elk shirt met een eigen verhaal en een eigen geschiedenis, zo bleek uit het relaas van Peter. Die intussen een aparte exclusief aan VVV-shirts gewijde website heeft. Die vorig jaar hoofdpersoon was van een reportage van Eredivisie Live, die ook op YouTube is te zien en waarnaar u móet kijken. ‘Mijn’ shirtkomt daarin na 4 minuten en 44 seconden ook nog even voorbijflitsen.
Waarom vertel ik u dit alles? Omdat ik twee weken geleden een e-mail kreeg van diezelfde Peter. Waarin hij meldde dat hij pas sinds kort op de hoogte was van het bestaan van Horst-sweet-Horst en dat hij daarna in twee dagen alle blogs met veel plezier had gelezen. Altijd leuk om te horen, maar het bijzondere is dat Peter mij in enkele volgende mails die gevoel voor detail verraden, een aantal geweldige suggesties voor toekomstige Horst-sweet-Horst-items aan de hand deed, waaronder dit: En nog bijzonderder is dat hij dat deed in een aangename, onderkoelde, droogkomische stijl van schrijven. Zolang Peter zelf geen weblog heeft (hopelijk hoeven we niet al te lang te wachten), zal ik dankbaar gebruik maken van z’n suggesties. Onder vermelding van de naam van de tipgever, dat spreekt voor zich.

Klein mysterie 146 – Stoplicht

Hoe vaak zou ik me nu al voorgenomen hebben een stukje te schrijven over de Horster stoplichten? Want zeker wie Horst met enige regelmaat via de Venrayseweg verlaat of binnenrijdt, weet dat Horst enkele zeer speciale stoplichten telt. Om de een of andere reden kwam het nooit tot zo’n stukje. Maar nu is het dan eindelijk zover. Een blog over een Horster stoplicht. Mijn keus is gevallen op het stoplicht in … de Loevestraat.‘Stoplicht in de Loevestraat? Heb ik iets gemist?’, zullen doorgewinterde Horstwatchers zich ongetwijfeld afvragen. Ja, jullie hebben iets gemist: sinds kort hing aan de voorgevel van Loevestraat 11 een stoplicht. En weten jullie wat het jammerlijke is? Dat ik gisteren moest constateren dat het stoplicht verdwenen is. Maar weten jullie wat het mooie is? Dat ik er juist afgelopen vrijdag nog enkele foto’s van heb gemaakt:Een verrijking van de openbare ruimte zou ik het niet willen noemen, eerder een curieuze toevoeging. Bovendien bij mijn weten een noviteit in Horst. Enig googelen leert me dat we hier van doen hebben met wat in vakjargon een kappersstoplicht heet. Bij mij roept het louter vragen op. Was het bijvoorbeeld toeval dat het telkens als ik het passeerde of op groen of uit stond? Ontbraken rood en oranje in het kleurenpalet? Of passeerde ik op de verkeerde momenten? Is het trouwens een aanbeveling als het stoplicht bijna altijd op groen staat? Of zouden potentiële klanten denken ‘Dat stoplicht staat altijd op groen, die kapper heeft dus niets te doen, zal wel een slechte kapper zijn, ik ga gewoon naar een andere kapper en als ik daar even op m’n beurt zou moeten wachten, neem ik dat graag op de koop toe’?Wordt er überhaupt een kosten-batenanalyse van het stoplicht gemaakt? Was de bediening handmatig of volautomatisch? Waarom is het stoplicht net zo plotseling verdwenen als het gekomen was? Omdat het de verkeersveiligheid in gevaar bracht? Omdat het leidde tot een vermindering van het aantal mensen dat gecoiffeerd wenste te worden? Of is het gestolen door een kappersstoplichtenverzamelaar (je kunt maar iets verzamelen) en wordt het binnenkort voor een woekerprijs aangeboden in het illegale kappersstoplichtencircuit?

Klein mysterie 145 – Lochtstraatberken (2)

Ongetwijfeld herinnert u zich nog dat ik op 6 oktober 2008 schreef over de berken aan de Lochtstraat in Melderslo. Inderdaad, die berken die de bewoners graag zagen verdwijnen. Niet vanwege de rupsvormige katjes, het stuifmeel dat hinderlijk is voor hooikoortspatiënten of de overlast veroorzaakt door de vroege bladval. Wel omdat de berken te groot waren. Want we moesten absoluut niet denken dat de bewoners tegen groen waren. Díe berken dus. Weet u wat er met die berken is gebeurd? Ze zijn op 19 maart gekapt! Jarvin van de Ven was erbij aanwezig, mailde me enkele foto’s (waarvoor dank) en verleende me toestemming tot publicatie (waarvoor dank):Wat me natuurlijk bezighoudt, is de vraag hoe het zover is gekomen. Waarom heeft het anderhalf jaar geduurd? Bestaat er een verband tussen de wethouderswisseling en de kap? Was de gemeente het gezeur van de bewoners moe? Waren de bomen misschien héél toevallig toch aan vervanging toe? Worden de correspondentie tussen buurtbewoners en gemeente en de vergaderverslagen trouwens openbaar gemaakt?Wat me minstens evenzeer intrigeert, is de vraag hoe de behoefte aan groen van de Lochtstraatbewoners nu zal worden bevredigd. Met kleinere bomen, dat staat wel vast dunkt me. Maar welke? Bonsaiboompjes? Of zijn die te decadent voor Melderslo?

zaterdag 27 maart 2010

Intermezzo – Culturele kruisbestuiving

Tot een kleine twee uur geleden was Campaign een mij volkomen onbekende Horster coverband. Zojuist heb ik Campaign twintig minuten live zien en horen optreden. Te kort voor een genuanceerd oordeel over de muzikale kwaliteiten van de vijfkoppige formatie (ongetwijfeld tot grote teleurstelling van de reageerder). Laten we het er op houden dat de band voorlopig nog in de schaduw staat van de Beatles. Dat wil zeggen op muzikaal gebied. Maar qua architectonische smaak en voorkeur sla ik Campaign nu al hoger aan dan de Beatles. Want terwijl de Beatles op 30 januari 1969 het dak van het weinig spectaculaire Apple Building in Londen uitkozen voor wat achteraf hun laatste live-concert bleek te zijn, gebruikte Campaign zonet het dak van het mooiste gebouw van Horst voor een bijzonder optreden.Culturele kruisbestuiving noemen ze zoiets geloof ik. Mooren roofs forever! En weet u wat het mooie is? Dit twitterde wethouder Litjens een half uurtje geleden over het dakoptreden: ‘fantastisch: dit moet men jaarlijks gaan doen en uit laten groeien tot een evenement’. Met andere woorden: er gloort een prachtige toekomst voor gebouw Mooren. Commitment tonen, noemen ze zoiets geloof ik.Hoe ik bij het optreden van Campaign verzeild raakte? Pure nieuwsgierigheid na het zien van dit soort dingen, die banners schijnen te heten als we Hallo Horst aan de Maas van afgelopen week mogen geloven.

dinsdag 23 maart 2010

Klein mysterie 144 – Kasteelruïne (2)

‘We gaan iets nieuws doen.’ Het was enkele dagen na het overlijden van Hans van Mierlo. Het leek wel of zijn geest nog rondwaarde in Museum De Kantfabriek. Na wéér een lange en drukke dag waren ze neergezegen aan de grote tafel in de ontvangstruimte van het jonge museum: de burgemeester, de gedeputeerde, de museumdirecteur (niet die van Museum De Kantfabriek) en de onlangs afgezwaaide directeur van het vervoersbedrijf. Hier in deze vertrouwde omgeving konden ze ongestoord stoom afblazen. Mannen onder elkaar. Stropdas los, hemdsmouwen opgerold, flessen bier en borrelnootjes onder handbereik, benen op tafel. Wat hadden ze in het verleden allemaal al niet betekend voor Horst? Maar nu, nu ze nog in de kracht van hun leven waren, was het tijd voor een daadwerkelijk gebaar. Een groots gebaar. Een meeslepend gebaar.
‘We gaan iets nieuws doen.’ Maar wat? De wildste ideeën vlogen over tafel. Van de organisatie van de zomer- én winterspelen in hetzelfde jaar tot de aanleg van een monorailnetwerk dat alle zestien kernen van Horst aan de Maas met elkaar moest verbinden. Van een Formule 1-racecircuit in De Peelbergen tot volledige drooglegging van de Maas. En ineens riep iemand – achteraf wisten ze niet eens meer wie – ‘Waarom gaan we niet gewoon kasteel Huys Ter Horst herbouwen?’ Eureka! De museumdirecteur mompelde nog iets over geschiedvervalsing, de gedeputeerde vroeg zich even af of herbouw van het kasteel wel in het bestemmingsplan zou passen en de burgemeester voorzag een tegensputterende voormalige wethouder. Maar de onlangs afgezwaaide directeur van het vervoersbedrijf wist z’n kompanen zonder al te veel moeite over de streep te trekken. Ze gingen toch voor het grootse, meeslepende gebaar? Nou dan. Geen kleinburgerlijk geneuzel over geschiedvervalsing, bestemmingsplannen en gekwetste voormalige wethouders. Nu doorpakken. Vort met de geit! ‘We gaan iets nieuws doen.’De gedeputeerde zou het zaakje aanzwengelen, dat was hem wel toevertrouwd. De burgemeester zou zich in de publiciteit in eerste instantie nog wat op de vlakte houden. De museumdirecteur zou het noodzakelijke massagewerk verrichten. De onlangs afgezwaaide directeur van het vervoersbedrijf zou het onontbeerlijke wijgevoel gaan kweken, iets waar hij zeer bedreven in was. Tevreden leunden ze achterover. Nog een flesje bier? ‘Ok, het laatste dan, morgen is het weer vroeg dag.’ Een kwartiertje later keerden ze huiswaarts, niet nadat ze voor volgende maand een heisessie hadden vastgelegd. De burgemeester, de gedeputeerde, de museumdirecteur, de onlangs afgezwaaide directeur van het vervoersbedrijf: alle vier hadden ze dagen gekend waarop ze met een minder voldaan gevoel in bed waren gekropen.

(Dit naar aanleiding van berichten die afgelopen week verschenen in De Echo van Horst en Dagblad De Limburger.)

maandag 22 maart 2010

Actualisatie – Brievenbus

Net toen ik vorige week dinsdag eigenlijk geheel tegen mijn principes ineens bij de PTT (nee, die bestaat niet meer, maar voor mij is ‘de post’ nog altijd de PTT) wilde gaan informeren waar hij toch was gebleven, was hij ineens weer terug, míjn brievenbus aan de Beekstraat: Net zo onaangekondigd wedergekeerd op aarde als hij er van was verdwenen. Heel erg opgewonden kon ik van de terugkeer niet raken. Weliswaar heb ik nu weer een brievenbus nagenoeg onder handbereik, maar vorm en vooral kleur van het gevaarte stuiten me toch nog steeds danig tegen de borst. Blijkbaar viel dat chagrijn van m’n gezicht af te lezen, want op het moment dat ik een brief in het gedeelte ‘overige bestemmingen’ (nee, die bestaan niet meer, maar voor mij zijn ‘overige postcodes’ nog altijd ‘overige bestemmingen’) wilde deponeren, weerklonk uit de diepte van de bus ineens de eerste strofe van dat prachtige liedje van Melanie:

I'm back in town
You don't look so happy 'cause I'm back in town
You don't look like smiling, don't jump up and down on my toes
I guess I better go, oh
Nu is het wachten op het moment dat de bus de daad bij het woord (‘I guess I better go, oh’) voegt, hoewel ik niet kan verhelen dat een zingende brievenbus ook z’n charmes heeft. Als het ding de volgende keer San Quentin van Johnny Cash, A Sunday smile van Beirut of Het Hoogeland van Ede Staal ten gehore brengt, mag het wat mij betreft blijven staan. Is dat geen mooie deal?

(Noteer dat de reageerder die benieuwd is naar mijn muzikale voorkeuren in dit stukje vier keer op z’n wenken wordt bediend.)

Actualisatie – Officieuze straatnamen (3)

Een van de top 5-en die te zijner tijd een keer actualisatie behoeft, is die van de officieuze straatnamen. Toen ik de oorspronkelijke top 5 op 11 juli 2008 publiceerde, kende ik acht officieuze straatnamen in de oude gemeente Horst. Naderhand kwamen er daar nog drie bij (klik hier en hier). Dankzij de bijzonder nauwkeurige aanwijzing van Peter (mijn dank is groot) kan nu nummer twaalf aan het lijstje worden toegevoegd:Te vinden aan de Van Bronckhorstraat in Horst. Zoals Peter al schreef: bedrieglijk echt en met een mooie verklarende tekst erbij. Een zekerheidje voor de nieuwe top 5. Met de publicatie daarvan wacht ik trouwens nog even. Want de nieuwe gebiedsdelen zullen toch ook wel officieuze straatnamen kennen? Wie tipt me?

Klein mysterie 143 – Station America

Onderweg naar De Koel om een kaartje te halen voor ADO Den Haag-VVV (ik heb wel eens betere beslissingen genomen – wat een drama was dat gisteren, zeg) werd mijn aandacht aan het begin van de Kaldenkerkerweg ineens door dit bord getrokken: Dat we hier met een wel heel speciaal station van doen hebben, staat buiten kijf. Anders zou je in Venlo geen verwijzingsbordje aantreffen dat er naar verwijst. Anders zouden er geen eetcafé, geen coverband, geen cd van Rowwen Hèzeen geen nummer van Rowwen Hèze naar zijn vernoemd. Anders zouden er geen plannen bestaan het te herbouwen.
Ik ken voorwaar verdwenen stations die het met minder moeten doen. Wat zeg ik? Ik ken zelfs tot op de dag van vandaag bestaande stations die het met minder moeten doen. Kan iemand, een Americaan bijvoorbeeld, mij misschien eens uitleggen waarin nu precies de magie van station America schuilt?

woensdag 17 maart 2010

Actualisatie – Ger

Tja, ik had het kunnen weten. Dit gebeurt er als CDA-politici er lucht van krijgen dat je chantabel bent: beste wim moorman, ik heb nog een entree-kaartje voor nederland-portugal. as zaterdag op het voetbalterrein v kasteelpark ter horst
Van mij voortaan geen kwaad woord meer over Leon Litjens!Laat ik trouwens van de nood nu ook maar meteen een deugd maken: zijn er misschien nog politici (bijvoorbeeld bij PvdA-PK) met kaartjes voor Ajax-VVV in de aanbieding?

maandag 15 maart 2010

Klein mysterie 142 – Kneuterigheid

Nooit gedacht, laat staan gehoopt, dat ik Venray nog eens ten voorbeeld aan Horst (aan de Maas) zou moeten stellen. Maar het onvoorstelbare wordt nu dan toch werkelijkheid. Want waar in Horst aan de Maas plannen bestaan voor de bouw van een historiserende herberg in park De Peelbergen en voor de herbouw van kasteel Ter Horst, de stations van America en Griendtsveen en een kapel in Hegelsom, daar timmert Venray aan de weg met hedendaagse architectuur. Waar Horst aan de Maas zich wentelt in nostalgie, daar toont Venray lef en zelfbewustzijn. Waar Horst aan de Maas zich angstig vasthoudt aan het verleden, daar durft Venray vooruit te kijken. Waar Horst aan de Maas op zeker speelt met de benauwde en nog altijd op een exacte definitie wachtende ‘Horster maat’, daar durft Venray af te wijken van de gebaande paden.
Je hoeft bijvoorbeeld het appartementencomplex De Gouden Leeuw,de nieuwbouw op het Sint-Servaasterreinof het nog in aanbouw zijnde nieuwe complex van Gilde Opleidingenecht niet allemaal even mooi te vinden, om toch waardering op te kunnen brengen voor het optimisme, het vooruitgangsgeloof en de moed die er uit spreken.
Ook in Venray is het niet slechts goud dat blinkt. Ook in Venray tieren de nep jaren dertigwoningen op veel te kleine percelen welig. Ook Venray heeft z’n dertien in een dozijn nieuwbouwwijken. Maar in tegenstelling tot Horst aan de Maas heeft Venray dus ook nog een andere, modernere, meer eigentijdse kant.
Begrijp me goed: ik gun iedereen z’n eigen architectonische voorkeuren en besef dat de markt voor kneuterigheid onvoorstelbaar groot is. Maar waarom is er in Horst aan de Maas naast alle risicoloze nieuwbouwprojecten (De Smidse, Gebroeders Douvenstraat, Pastoors- en Engelerveld, Hof te Berkel, Doolgaard III) niet óók plaats voor een scheutje eigenzinnigheid, voor een pietepeuterig beetje waaghalzerij, voor een tikkeltje dwarsigheid? Graag iets meer gewaagd en iets minder braaf. Misschien moeten we voor een keer door de zure appel heen bijten en gewoon erkennen dat de voorbeeldrol die Venray op dit gebied speelt, bij ons in Horst aan de Maas navolging verdient.

Intermezzo – Ger (1)

Tijd voor een bekentenis. Ongetwijfeld vraagt u zich wel eens af waarom de Horster CDA-gedeputeerde Ger Driessen hier slechts een hoogst enkele keer ten tonele verschijnt, terwijl CDA’ers toch regelmatig mikpunt van hoon, spot of kritiek zijn voor Horst-sweet-Horst. Die afwezigheid van de gedeputeerde heeft natuurlijk een reden. Daarvoor moeten we terug naar vrijdagavond 22 augustus 2008. In het stadion aan de Aalsterweg treedt VVV aan tegen FC Eindhoven. Niet bepaald een wedstrijd waarvoor de lichtstad is uitgelopen. Kaartjes in overvloed dus. Er is slechts één probleem: men weigert mij een kaartje te verkopen. Om onduidelijke redenen is identificatie namelijk verplicht. Omdat uit mijn paspoort blijkt dat ik afkomstig ben uit de buurt van Venlo, krijg ik geen toegang tot het stadion (hoezo discriminatie?). De dienstdoende lokettisten blijken onvermurwbaar. Terwijl ik al aan het overwegen ben om de strijd aan te gaan en dan toch maar m’n fietsenkettingen, ploertendoders en boksbeugels tevoorschijn te toveren, komen ineens Ger Driessen en z’n zoon aangelopen. Ik vertel hen dat ze weinig kans maken op een kaartje. Ongeloof valt mij ten deel, maar zowel Ger als z’n zoon zien hun eerste poging stranden als ook zij hun paspoort moeten tonen. Ten einde raad besluit Ger het bij een ander loket nog een tweede keer te proberen. Of het nu ligt aan z’n natuurlijk gezag, z’n vertrouwenwekkende uitstraling of z’n aangeboren charme is me nog altijd onduidelijk, feit is dat Ger bij die tweede poging niet naar z’n paspoort wordt gevraagd en gewoon drie kaartjes kan kopen: één voor hemzelf, één voor z’n zoon en één voor mij. Dat we vervolgens een draak van een wedstrijd zien, mag de pret niet drukken. Ik heb er een held bij. Begrijpt u nu dat ik me koest houd als Ger op z’n weblog pleit voor ruimte voor een eigen (Limburgs) belastinggebied, als Ger op z’n weblog anderen (Agnes Kant en Thijs Coppus) betweterigheid en drammerigheid verwijt, als Ger in Dagblad De Limburgerbeweert dat Wouter Bos eieren voor z’n geld koos ‘omdat hij de inhoudelijke discussie niet aankan’ en als Ger zich in Dagblad De Limburger afvraagt of iemand die wegduikt bij problemen (nee, hij doelt niet op JPB) wel premier moet worden?Als u uit het bovenstaande meent te mogen opmaken dat ik tot op zekere hoogte chantabel ben, dan is dat een juiste conclusie.

Klein mysterie 141 – Tiendere

Wat is dat toch met die bouwplaatsen? Heb ik me eerst druk zitten maken over die fiets bij de bouwput aan de Veemarkt, nu is het een bordje op het bouwterrein aan wat de Gebroeders Douvenstraat gaat heten. Eerst nog even terug naar de Veemarkt-fiets. Afgelopen vrijdag dacht ik onverwacht een nieuw hoofdstuk aan de saga toe te kunnen voegen. Aan de buitenkant van de houten schutting die De Smidse-in-aanbouw omgeeft, stond namelijk, ongeveer ter hoogte van café ’t Centrum, een blauwe, niet in optimale staat verkerende fiets geparkeerd. Toch niet wéér die fiets die me op 17 oktober van het afgelopen jaar voor het eerst was opgevallen? Néé, bleek na nauwkeurige vergelijking van de foto’s van vrijdag met eerdere opnamen, hoewel ik toe moet geven dat ik bijna in de val was getrapt.
Dan de Gebroeders Douvenstraat-in-aanbouw. Daar trok diezelfde vrijdag (het was me het dagje wel) dit bordje mijn aandacht:Voor wie het niet goed kan lezen: op het bedrieglijk echte gemeentenaambordje staat ‘Tiendere’. Ik kan er niets aan doen maar ik moest meteen aan het Tienrayse gemeenteraadslid Ger Verstraelen denken. Want wat was zijn verkiezingsleus? Inderdaad:Is de voorhoede van de Tienrayse horden nu dan eindelijk in Horst – meer bepaald de Gebroeders Douvenstraat – gearriveerd? Wat is eigenlijk hun doel? Autonomie en oprichting van de Vrijstaat Tienray? Een satellietstaat in de Gebroeders Douvenstraat? Annexatie van Horst? Of is dit slechts de Tienderse ambassade in aanbouw?Dat belooft trouwens nog wat als ook de andere vijf onlangs toegevoegde wingewesten tot dit soort acties overgaan.

maandag 8 maart 2010

Klein mysterie 140 – Anoniem meesterwerkje (1)

Prachtig weer gisteren, dus wat doe je dan? Juist: een eindje rijden. Met de Nederlandstalige cover top 100 van Vic van de Reijt in de cd-speler wilde dat wel lukken. Vraag me niet hoe of waarom, maar plotseling bevond ik me bij een onbestemd gebouwtje in het verlengde van de parkeerplaats aan de Horster kant van station Horst-Sevenum. Geen gebouwtje waar je meteen heel erg vrolijk van wordt met dat lelijke hek ervoor en met die weinig opzienbarende graffiti. Zwerfvuil in alle soorten en maten bovendien. Kortom een shabby omgeving. Geen voor de hand liggende locatie voor een intense kunstbeleving. Maar juist waar je het niet verwacht, kom je vaak de mooiste dingen tegen. Zo ook hier. Want kijk eens naar de tweede zijmuur van het gebouwtje: U bent het hopelijk toch met me eens dat dit van een adembenemende schoonheid is? Met name het rechterdeel van deze triptiek vind ik echt indrukwekkend. Het zal misschien door de emotie van het moment komen, maar als ik nu een top 5 van Horster kunstwerken zou moeten samenstellen, wist ik wel wat er op nummer 1 zou komen te staan. En dat zomaar in het wild, zonder dat het ons belastingbetalers ook maar een cent heeft gekost.Veel vragen schieten me door het hoofd. Waarom heeft de kunstenaar uitgerekend Horst aan de Maas uitgezocht als locatie voor dit meesterwerk? Wie is eigenlijk de kunstenaar? Waarom heeft hij of zij geen handtekening onder het werk achtergelaten? Of is het voor mij onleesbare woord (in het middelste gedeelte) dat met ‘ve’ begint een handtekening? Hebben we hier trouwens te maken met een origineel of een (gedeeltelijke) kopie van een bestaand kunstwerk? Maar de belangrijkste vraag: wat kunnen we doen om het te behouden? Want als er ooit of ergens sprake was van een bedreigd kunstwerk dan is het wel hier en nu. Onder het mom van graffitibestrijding zou het op een regenachtige achternamiddag zomaar naar de filistijnen geholpen kunnen worden. Welk gemeenteraadslid – bij gebrek aan een commissie kunstvoorzieningen – pakt de handschoen op? Hij of zij kan op mijn eeuwige achting rekenen. Als dat geen stimulans is, weet ik het niet meer. (Dit stukje nog eens nalezend, besef ik dat er één groot gevaar op de loer ligt: dat u mij niet serieus neemt omdat ik wel eens ironische, cynische of badinerende stukjes schrijf. Ik verzeker u met de hand op mijn hart: dit stukje is ab-so-luut niet – ik herhaal: ab-so-luut niet – ironisch, cynisch of badinerend bedoeld.)