maandag 28 juni 2010

Intermezzo – Kunstwerk (1)

Ooit kende Horst (aan de Maas) een beeldende kunstbeleid dat andere Noord-Limburgse gemeenten ten voorbeeld strekte. Die tijd is voorbij. Horst aan de Maas lijkt op dit terrein elke ambitie te hebben verloren. ‘Kunst in de openbare ruimte geeft kwaliteit aan de omgeving’, heet het in het coalitieakkoord. Een open deur noemen we zoiets. Vrijblijvendheid ten top. Geen woord over beschikbare budgetten, intenties, planning, achterliggende gedachten. Mag je misschien ook niet verwachten in een coalitieakkoord. Maar ook als je – nu de huidige coalitie precies een half jaar aan de macht is – naar de praktijk kijkt, is er weinig reden tot vrolijkheid. Iets dat riekt naar een beeldende kunstbeleid heb ik nog niet kunnen bespeuren. Het is bij mijn weten gebleven bij de aankoop van een werk van de Rotterdamse kunstenaar Chris Ripken, samen met de gemeente Venray. (Het komt volgens het Venrayse weekblad Peel en Maas te staan bij de Sint-Goarkapel in Meerlo, op de grens van de gemeenten Horst aan de Maas en Venray, en wordt op 11 juli onthuld.) Magertjes dus, zeker als je dit afzet tegen wat er in Venray allemaal gebeurt. Of is een half jaar soms te kort om een college op te be- of veroordelen? Wellicht, maar de oorverdovende stilte voorspelt weinig goeds. Ik vrees daarom dat we de komende jaren afhankelijk zijn van particuliere initiatieven op dit gebied. Wat uiteraard niet betekent dat particulier initiatief niet zou kunnen leiden tot kunst in de openbare ruimte die kwaliteit geeft aan de omgeving. Kijk bijvoorbeeld eens naar dit beeld:Het verscheen enkele weken geleden zomaar in de voortuin van het kapitale pand op de splitsing Gasthuisstraat – Venloseweg in Horst, samen met een zusterbeeld dat een minder prominente plaats heeft gekregen:Letterlijk beeldbepalend, die man. Zeker vanuit de Gasthuisstraat alle aandacht naar zich toetrekkend. Intrigerend ook. Wat drukt zijn houding uit? Wanhoop? Dankbaarheid? Opluchting? Onthechting? Heeft hij iets met die wat weggestopte vrouw te maken? En in welke relatie staan beiden tot de villa? Zijn het soms slachtoffers van de kredietcrisis?Maker, betekenis, gebruikte materialen, initiatiefnemer(s), prijs en financier(s) van de beelden zijn me onbekend. Misschien zijn het wel replica’s. Het zal me eerlijk gezegd allemaal worst wezen. Waar het om gaat is dat we hier van doen hebben met een kunstwerk waaraan een bepaald esthetisch genoegen valt te beleven en dat daarnaast, tenminste bij mij, ook nog vragen oproept. ‘Wat wil je nog meer?’, zou je bijna geneigd zijn te vragen. Maar dat was al duidelijk: een gemeentelijk beeldende kunstbeleid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten