maandag 8 oktober 2012

Actualisatie – Buitendingen

Alweer bijna twee maanden geleden publiceerde ik een Top 5 van Horster buitendingen: baldadigheden die elk kind voor z’n twaalfde dient te begaan.
Zo subjectief als de pest natuurlijk. Maar als al die duizenden lezers van Horst-sweet-Horst mij hun eigen top 5 zouden mailen, zou dat leiden tot een meer objectieve Top 5 van Buitendingen die elk Horster kind voor z’n twaalfde moet hebben gedaan. Zouden ouders iets mee kunnen, zouden scholen iets mee kunnen, zouden kinderen iets mee kunnen: ‘Mooi rapport Cyenna, alleen Buitendingen, daar moet je aan blijven werken.’ ‘Dylan, een 9 voor Buitendingen! Nu zorgen dat je ook voor andere vakken een voldoende krijgt.’
Ik riep iedereen op mij te voeden met top 5’en. Maar ik ken mijn pappenheimers, dus veel vertrouwen in een vloed aan reacties had ik niet. Net zo laat was het. Ja, drie heren wreven me m’n schijtlaarzigheid nog maar eens in, maar zelf een top 5 samenstellen was hen blijkbaar teveel gevraagd. Terwijl de mogelijkheden op dit gebied toch bijkans onuitputtelijk zijn. Ik noem bijvoorbeeld nog: ’s nachts de kerktoren beklimmen, beursje trekken, met schuttingwoorden reageren op Horst-sweet-Horststukjes en verkiezingsposters creatief met pen dan wel viltstift bewerken.
Kreeg ik dan helemaal niets? Toch wel! Een prachtige reactie van een trouwe lezeres, die de pijn van het ontbreken van andere reacties aanmerkelijk verzacht:

‘Aan het einde van de Meterikseweg woonde (en woont) familie, en daar kwam ik omstreeks 1970 wel eens om in de buurt rond te struinen of een potje te ballen. Zo kwam ik ook bij de Kabroeksebeek terecht.
In die tijd zaten er waterratten aan die beek (nu nog wel misschien) en wij hadden ons de schone taak toegedicht om daar wat aan te doen. Met zelfgemaakte wapens en munitie gingen we op pad naar de beek. Ons vlot was een afgezaagd, omgekeerd autodak dat op de beekoever lag. Er lagen meer autodaken op de beekkant, gezekerd door een ketting. De jongens uit de buurt hadden deze verzameld vanaf een autosloperij uit de buurt en waren er erg zuinig op. Als wapen tegen de waterratten hadden we een witte pijp van een ruime halve meter schat ik, van het type waar je thuis je stroomdraden door hebt lopen, maar toen fungerend als blaaspijp.
De munitie bestond uit een spijker, verwerkt in een kurk (of zoiets, dat van die kurk weet ik niet meer zeker, dat van die spijker wel) en dat ging dan in de blaaspijp. Ons moordwapen was klaar. Na de wijze lessen van de hoofdjachtopziener (alleen maar schieten als je een rat ziet en anders niet, want daarvoor is de munitie te kostbaar) gingen we met het vlot de beek op en af, onderwijl de waterkant afspeurend.
Ik herinner mij dat het een spannend tochtje was, maar we hebben geen rat gezien en dus, brave helden die we waren, ook geen kruit verschoten. En eigenlijk was ik ook wel een beetje opgelucht. Ook al hadden de waterratten een slechte naam, het waren ook dieren ...’

12-minners van Horst aan de Maas: de Kabroeksebeek is er nog steeds, waterratten zijn er nog steeds, tufbuizen zijn er nog steeds en ook vlotten zijn er nog steeds. Dus wat let jullie?
12-plussers van Horst aan de Maas: moge deze reactie jullie inspireren alsnog jullie top 5 van Horster buitendingen in te zenden, zodat we over een tijdje een heuse canon (klinkt wat gewichtiger dan top 5) hebben van buitendingen die elk Horster kind voor z’n twaalfde gedaan moet hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten