donderdag 28 mei 2015

Ingezonden – De Kasteelboerderij-affaire en behoorlijk bestuur

Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) laat andermaal van zich horen door middel van een ingezonden bijdrage, andermaal – hoe kan het anders? – over de Kasteelboerderij.

De Kasteelboerderij-affaire en behoorlijk bestuur

Een onafhankelijk onderzoek lijkt gewenst

Middels ingezonden stukken heb ik op deze plaats herhaaldelijk blijk gegeven van mijn ongenoegen over de gang van zaken rond de Kasteelboerderij in Horst. Daarbij heb ik niet onder stoelen of banken gestoken dat er in mijn optiek sprake is van bevoordeling door de gemeente van de één: De Lange, en benadeling van tenminste drie andere partijen: de vrijwilligers van het Huys ter Horst en hun Stichting, het bestuur van het LGOG en de eveneens in de Kasteelboerderij geïnteresseerde ondernemers, inclusief de huidige uitbater.

Wat de laatste groep betreft ken ik meer belangstellenden, dan ik hier kan of mag schrijven. Waarom zouden deze mensen niet in de openbaarheid treden met de voorstellen die ze naar de gemeente hebben gedaan? Dat zou het een stuk duidelijker maken hoe in Horst aan de Maas de hazen lopen. Maar dat bekend maken, kan door henzelf nog gebeuren en is bovendien niet het onderwerp van deze brief.

Deze brief legt een relatie tussen de gang van zaken rond de Kasteelboerderij en behoorlijk bestuur. Waaraan behoorlijk bestuur moet voldoen, is in de wet vastgelegd. Bij de bestudering van die wet vielen mij een aantal artikelen op: die wil ik hier graag met u delen.
In de Algemene wet bestuursrecht van 1994 werden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in een wet verankerd. De wet behelst en omschrijft de gedragsregels van de overheid ten opzichte van de burger. Onder meer de volgende zaken:
  • Zorgvuldigheidsbeginsel. De overheid moet een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming (art. 3:2 Awb).
  • Motiveringsbeginsel. De overheid moet haar besluiten goed motiveren: de feiten moeten kloppen en de motivering moet logisch en begrijpelijk zijn (art. 3:46 Awb).
  • Fair-play-beginsel. De overheid moet zich onpartijdig opstellen bij het nemen van een besluit en moet de noodzakelijke openheid en eerlijkheid in acht nemen (art. 2:4 Awb).
  • Verbod op détournement de procédure. Er mag geen lichtere procedure worden gevolgd om tot een besluit te komen, wanneer daarvoor een met meer waarborgen omklede procedure openstaat.
  • Vertrouwensbeginsel. Wie op goede gronden – bijvoorbeeld na een duidelijke toezegging – erop mag vertrouwen dat de overheid een bepaald besluit neemt, heeft daar ook recht op.
Blijkbaar zijn in de gemeenteraad tot dusverre alleen D66 en de SP kritisch over de manier waarop de Kasteelboerderij zou moeten worden verkocht, verhuurd of verpacht. Dit blijkens hun opmerkingen in de pers en de vragen aan het College. De andere partijen voelen zich niet verantwoordelijk voor goed bestuur in onze gemeente? Van het CDA, Essentie en de PvdA vernemen we taal noch teken. Zij spelen verstoppertje omdat ze coalitiebelangen hebben?

Is het niet in het belang van alle burgers in Horst aan de Maas dat er een onafhankelijk onderzoek naar de gang van zaken komt? 

Jan Duijf Kloosterstraat

1 opmerking: