maandag 24 juni 2013

Intermezzo – Lakmoesproef

Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers (ChristenUnie) citeerde onlangs in een debat de liberale Engelse filosoof John Stuart Mill (1806-1873): ‘De mensheid is al gauw niet meer in staat om zich verscheidenheid voor te stellen als hij er gedurende enige tijd niet meer aan gewend is die te ontmoeten.’ Segers voegde daar zelf aan toe: ‘Omdat een meerderheid altijd gelijk kan krijgen, denkt de meerderheid dat ze ook altijd gelijk heeft. Maar juist de onderdrukking van die reflex en de omgang met minderheden vormen de democratische lakmoesproef.’
Iemand die bij de democratische lakmoesproef geheid tegen de lamp zou lopen, is Twan Hoeijmakers, Horster gemeenteraadslid voor Essentie. Twan veegde vorige week in een commissievergadering (klik door naar 1.46.30) z’n collega Thijs Coppus (SP) de mantel uit. Thijs waagde het namelijk wat kritische kanttekeningen te zetten bij de voorgenomen privatisering van buitensportaccommodaties. Tegen het zere been van Twan: ‘Uw partij staat ideologisch gezien vaak nogal ver af van de ideologie die de andere partijen in deze raad bezigen. Daardoor neemt u vaak een afwijkend standpunt in. Dat mag natuurlijk. Maar u moet óók accepteren dat als een meerderheid van deze raad een standpunt ingenomen heeft, u daar niet op door moet drammen. Dat sorteert geen enkel effect. U bereikt er eigenlijk niets mee. En het uiteindelijke resultaat is dat toch de beslissing van een meerderheid van de raad geldt.’
Samengevat zegt Twan: ‘Natúúrlijk mag een minderheid een afwijkend standpunt hebben, maar val ons daar in godsnaam niet mee lastig.’ John Stuart Mill draait zich om in zijn graf en Gert-Jan Segers heeft voortaan een treffend voorbeeld om de democratische lakmoesproef tastbaar te maken. Al zijn Twans woorden ook bij uitstek geschikt om het begrip ‘arrogantie van de macht’ toe te lichten. 
Het zou natuurlijk net andersom moeten zijn: juist een gemeenteraad zoals die van Horst aan de Maas, die in meerderheid wordt bevolkt door jaknikkers, die zich doorgaans wentelt in zelfgenoegzaamheid en die volgzaamheid tot levensdoel lijkt te hebben verheven, zou elk kritisch geluid moeten koesteren. Waarom? Ik kan het niet beter verwoorden dan Job Creyghton het doet op pagina 32 van zijn boek Effectief en creatief schrijven: ‘Kritiek scherpt de geest, stimuleert de creativiteit en nodigt uit tot oplossingen waar die aanvankelijk niet leken te zijn. De kritische cultuur stelt zichzelf per definitie vragen, blijft alert en heeft niet de neiging zichzelf in slaap te sussen met de geruststelling dat het beste resultaat bereikt is.’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten