maandag 21 oktober 2013

Ingezonden – Brieven aan Dieuwertje Blok

Nog maar nauwelijks tot de geruststellende conclusie gekomen dat ik mij op Horst-sweet-Horst nooit heb bezondigd aan het gebruik van het werkwoord zwartepieten, ontving ik twee aan Dieuwertje Blok gerichte brieven van Ger Gubbels, de ene mede geschreven namens zijn in Horst aan de Maas geboren en getogen oom Piet, de andere geschreven namens Wiebe Draijer, voorzitter van de SER.  
Horst, 20 oktober 2013

Geachte mevrouw Blok, beste Dieuwertje,

Allereerst van harte gefeliciteerd met de Gouden Stuiver die u gewonnen hebt met uw programma “het Sinterklaasjournaal”. En dat is meteen ook de reden dat ik me tot u wend (u zit dicht bij het vuur).

Zoals waarschijnlijk heel veel Nederlanders heb ik een oom die Piet heet, een naam waar hij doorgaans meer dan tevreden mee is. Het feit dat de knechten van Sinterklaas zijn naam dragen vervult hem dan ook met trots. Of eigenlijk moet ik zeggen, vervulde hem met trots.

De laatste jaren is het de gewoonte om de naam Piet te combineren met woorden die duiden op hun functie of op een karaktertrek. Zo komt, naast de Hoofdpiet, elk jaar wel een keer de Pakjespiet voorbij, gevolgd door de Sufpiet, de Schoorsteenpiet, de Vergispiet, de Sorrypiet, de Wegwijspiet, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Mijn oom wordt gek van deze p(r)ietpraat. Zelfs als wij, zijn familie, een grapje maken over zijn hobby (kanaries), trekt hij wit weg en zou hij het liefst van de aardbodem verdwijnen.

Mijn verzoek aan u is dan ook om  het Piet-deel te schrappen uit de naam van de knecht van Sinterklaas. Laten we hem gewoon “Zwarte” noemen. Dat is toch ook duidelijk?

Vol verwachting van uw antwoord, teken ik, met vriendelijke groet,

ook namens mijn oom Piet,

Ger Gubbels
Horst, 20 oktober 2013

Geachte mevrouw Blok, beste Dieuwertje,

Allereerst van harte gefeliciteerd met de Gouden Stuiver die u gewonnen hebt met uw programma “het Sinterklaasjournaal”. En dat is meteen ook de reden dat ik me tot u wend (u zit dicht bij het vuur).

Als voorzitter van de SER wil ik u erop attent maken, dat wij elk jaar een bisschop verwelkomen uit een land waarvan de economie in een nog mogelijk deplorabeler toestand verkeert dan die van Nederland. Lijkt het u ook niet verstandiger om hem voortaan uit een economisch gezien meer stabiel land te laten komen? Ikzelf denk daarbij aan een van de Scandinavische landen of aan Duitsland, een land waar de crisis nauwelijks vat op lijkt te hebben. Bovendien wonen er in ons buurland puissant rijke bisschoppen, iets wat onze brave kinderen zeker ten goede zal komen.

Bijkomend voordeel is, dat de Sint elk jaar bij Lobith ons land binnen kan komen (infrastructuur is aanwezig). Ik heb wel het verzoek om hem niet te veel Pieten mee te laten brengen (vanwege associaties met het verleden).

Vol verwachting van uw antwoord, teken ik, met vriendelijke groet,

namens Wiebe Draijer, voorzitter van de SER,

Ger Gubbels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten